Hoe zon en maan hielpen bij het afronden van mijn boek
Mijn vingers dansen over het toetsenbord, zoals ze de laatste tijd veelvuldig hebben gedaan. De verhuizing naar Zeeland heeft mij goed gedaan, mijn ziel is tot rust gekomen. Het is de laatste weken als een hartslag: het verhaal klopt en mijn vingers tikken. Het ritme van mijn hartslag beweegt op de fluctuaties in het verhaal. De cadans van de muziek galmt door mijn ziel en voedt de melodie in mij. Het brengt een diepere laag aan en ik mag het opschrijven. Het eindeloze verhaal over zon en maan.
Even peilen
Als ik een moment pauzeer om mij uit te rekken, gooi ik een lijntje uit om de omvang van het verhaal van dit tweede boek te peilen. Ik dacht het beeld van de laatste scène van het boek helder te hebben en dus geniet ik van de souplesse waarmee het verhaal uit mij stroomt. Als ik echter toeschrijf naar het einde van dit hoofdstuk, merk ik dat het peillijntje ineens bedding krijgt. Dat is het signaal dat voltooiing nabij is.
De dualiteiten komen bij elkaar
Het afwikkelen van een verhaal is iets gevoelsmatigs: het voelt af. Ik kijk op de klok en zie dat ik over een kwartiertje de kinderen uit school moet halen. Het liefste schrijf ik dit stuk nog even af en dus type ik door. Licht en donker, in en uit, door en voor, boven en onder, ergens en nergens. Het is er allemaal tegelijk en ik schrijf zonder gedachten. Dan, ineens, is het moment daar. De cirkel is rond. Ik blijk niet naar het einde van het hoofdstuk toe te schrijven, maar naar het daadwerkelijke einde van dit boek. Het einde van dit tweede deel in de serie. Zodra ik het waarneem, komt er een merkwaardige combinatie van lading en ontlading, waarop mijn vingers beginnen te trillen. Emoties golven door mij heen en ik voel mijn hartslag versnellen. Het is het beste te vergelijken met het moment waarop een lang gekoesterd verlangen wordt gerealiseerd en dat dat moment eerder komt dan je had bedacht. Ineens is het moment daar en alle verwachtingen en emoties die daarmee zijn opgebouwd komen naar de oppervlakte.
Vloeibaar verlangen
Mijn scherm wordt wazig als mijn ogen zich vullen met tranen. Ik had dit niet gedacht toen ik vanochtend verder ging met schrijven, ik was nog niet voorbereid op afronding van dit deel van het verhaal. En toch is het zo. Ik knipper, in de hoop dat ik daardoor weer kan zien wat ik typ, en de tranen rollen zachtjes over mijn wangen. De lading is onbeschrijflijk en wordt gevoed door een zuiver weten dat het klopt. Mijn hart bevestigt dat.
Mijn lichaam zingt
Een blik op de klok vertelt mij dat ik nog een paar minuutjes heb voordat ik in de auto moet stappen. Ik zit al een groot deel van de ochtend in een verduisterde kamer te schrijven: oortjes in om de muziek te absorberen, edelstenen rond mijn laptop voor de voeding van mijn inspiratie en mijn ziel die zingt. Mijn lichaam neuriet mee met de melodie die de opening gaf voor dit laatste stukje van het boek. De grootste lading is na een paar keer ademen weer afgenomen.
De laatste toets
Plotseling heb ik de laatste regel getypt en blijft mijn rechter pink hangen boven de toets met de punt. Ben ik eraan toe om het los te laten? Om af te ronden? Om het verhaal zichzelf te laten afwikkelen? En nog grootser: ben ik er klaar voor om over te gaan naar de volgende fase die uiteindelijk zal uitmonden in het drukken van het boek? Ben ik er klaar voor het verhaal los te laten en in alle windrichtingen uit te laten waaien? Zodat iedereen het kan lezen?
Mijn pink hangt nog altijd in de lucht, weifelt, twijfelt. Ik haal adem, sluit mijn ogen en druk de toets in. Punt.
Feestje op het schoolplein
In een roes rijd ik naar school, waar de kinderen net het schoolplein op komen rennen. De oudste ziet gelijk dat ik uitgelaten ben, dat ik hoog in mijn energie zit en zo vol vervuld verlangen dat hij gelijk vraagt wat er is. Voor het eerst zeg ik het hardop: ‘Het boek is af…’
Hij grijnst zo breed dat ik bijna weer begin te huilen. Tranen van vloeibaar verlangen. Hij geeft me een dikke high five en nu begint ook de jongste te joelen van enthousiasme. Later, als ik gekalmeerd ben en we terugrijden, vraag ik me af hoe ons kleine feestje eruit moet hebben gezien. Ik hoop dat het aanstekelijk was. Verlangen doet verlangen, neem het dus maar aan.
Na een zonnige middag met waterpret, waarbij ik met mijn vriendinnen weer oefen op de woorden: ‘Het boek is af!’, schrijf ik in de avond de epiloog. Het laatste gedeelte waarmee de cirkel helemaal rond wordt gemaakt. De reis van de ziel is toe aan de volgende fase. En die wordt vormgegeven in een derde boek.
Lieve lezers
Dus, lieve lezers: het is zover! Ik had niet gedacht dat ik al zo ver was, maar het is af. Ik wil jullie bedanken voor de hartverwarmende reacties op het eerste boek ‘Insula’. Voor jullie aanmoedigingen, het delen van jullie leeservaringen, de vakantiefoto’s van meren en bergen die deden denken aan de Lage Wereld en die jullie verbonden met de magie van de natuur.
Speciaal bedankje
Met mijn hele hart wil ik Anna Touw-Smit en Marije van Etten bedanken. Zij hebben de afgelopen anderhalf jaar als voorproef-lezers met mij meegereisd en hoofdstuk voor hoofdstuk gelezen om vervolgens hun beleving met mij te delen. Ze zijn een prachtige bron van steun geweest, dus dank, dank, dank. Tegen Raymond, Lucas en Maud wil ik zeggen: ik houd van jullie, dank jullie wel voor de ruimte om ook dit tweede boek te kunnen schrijven. En tja… op naar boek 3!
Tot slot
Tot slot: dit boek is een ode aan de zon en de maan, want ze hebben met de combinatie van een zonsverduistering en een nieuwe maan op magische wijze de juiste trilling gecreëerd die mij in staat stelde zowel iets af te ronden als ruimte te maken voor het nieuwe verhaal. Hoe bijzonder…
Hoe nu verder?
De komende tijd zal ik met jullie delen hoe de volgende fasen eruit gaan zien. Er komt heel wat kijken bij het uitgeven in eigen beheer (self-publishing). Voor nu geniet ik van dit grootse moment en zeg ik: op naar deel 3!