Posted by on 2 augustus 2020

In het hart van de piramide

Een herinnering

Dahshur, Egypte

De piramide doemt op uit een mengeling van stof en woestijnzand. Het is vroeg in de ochtend, we moesten onze wekker op een onmenselijk tijdstip zetten om hier zo vroeg te kunnen zijn. De zon kust net de horizon en baadt de woestijn in zacht ochtendlicht. Het lijkt alsof er een filter over het landschap is gelegd, waardoor het geheel een mysterieus tintje krijgt. De magie van deze oude omgeving maakt de lucht zwaarder, waardoor de normaal zo spraakzame groep in respectvolle stilte vervalt terwijl de rammelende bus de hoog oprijzende piramide nadert.

We zijn een half uur buiten Caïro en er is hier niemand te zien. Ons gezelschap waaiert uit over het terrein, omringd door het zachte briesje dat het fijne zand rond onze voeten doet wervelen. We zijn vrij om rond te lopen en kunnen de tijd nemen. Ik loop naar onze reisgids en merk een kriebel op in mijn maagstreek. Ik ben nerveus, maar vanuit een kinderlijk enthousiasme omdat ik vastberaden ben iets te doen wat ik altijd al heb gewild. Onze reisleider doet zijn uiterste best de reis te verrijken met bijzondere ervaringen. Naast de geijkte highlights en toeristische trekpleisters van Egypte, is vandaag een cadeautje. Deze piramide en de omringende woestijn liggen op militair terrein en zijn pas net opengesteld voor publiek. Dat is de reden dat het hier zo verlaten is en daardoor wat mij betreft nu al een unieke ervaring. Ik buig naar de Egyptenaar toe en fluister hem iets in zijn oor. We kunnen het goed vinden, hij en ik. We hebben allebei een fascinatie voor geschiedenis en de magie ervan. Hij oefent met zijn Nederlands en hij is voor mij net een encyclopedie met al die parate kennis over vervlogen tijden. Als hij mijn verzoek hoort, fronst hij verrast en lichtelijk bezorgd. Ik zie de radertjes werken, hij vraagt zich af of het verstandig is. Met een geruststellende en ietwat ondeugende glimlach probeer ik hem te vertellen dat ik ‘weet’ wat ik van hem vraag en dit bewust doe. Er zit een zuivere vorm van innerlijk weten achter mijn verzoek die hij lijkt op te pikken. Zijn blik verschuift van bezorgdheid naar nieuwsgierigheid en dan verschijnt een brede grijns op zijn gezicht. ‘Oké, Maaike,’ zegt hij en hij knijpt even in mijn hand.

Indiana Jones

Met een groepje beklimmen we geïmproviseerde traptreden aan de buitenzijde van de piramide. Het is een flinke klim en hoewel de zon pas net op is, voel ik zweetdruppels op mijn slapen. De trap lijkt oneindig en is zo steil dat ik de spieren in m’n benen voel branden. Het is door pure vastberadenheid en een door anticipatie ontstane adrenalineshot dat ik als eerste boven ben. Het zuivere innerlijk weten roept en roept, ik moet er gehoor aan geven. Ik heb hier iets te doen.

Boven is op ongeveer ¼ van de piramide, waar een ingang is gevonden die tot in de diepte van het bouwwerk reikt. De weg naar boven mogen we nu aan de binnenkant van de piramide naar beneden afleggen. Ik kan de tune van Indiana Jones in gedachten horen als ik zie hoe authentiek de tunnel is en ik voel de adrenaline weer stromen. Er is hier amper licht, de tunnel is enorm steil en zo laag en krap dat ik nu al medelijden heb met mijn langere reisgenoten. Ze zullen zich in onmogelijke hoeken moeten buigen om de weg naar beneden af te leggen. En ja hoor, ik hoor één van hen gekscherend roepen dat dit niet ‘The Temple of Doom’ is maar ‘The Tunnel of Doom’. Aha, daar kwam mijn gedachte aan Indiana Jones dus vandaan.

Mijn hartslag gaat omhoog van verwachting, ik ben me er niet langer van bewust hoe mijn lichaam moet zwoegen om af te dalen. Mijn ziel is er al, daar beneden.

Catacombe

Ik volg onze reisleider de diepte in en voeg mijn lichaam naar de ruimte om me heen. Na enkele tientallen stappen ruik ik een bijzonder penetrante geur die lijkt op ammoniak. De afdaling lijkt oneindig, de geur wordt steeds sterker en doordat het zo donker is, plaats ik weifelend mijn ene voet voor de andere in de hoop dat ik niet ineens door een valluik verdwijn. Dit is zo’n moment waarop mijn grote fantasie me in de weg zit.

De tunnel is voorzien van horizontaal geplaatste metalen buizen die als traptreden dienen. De afstand tussen de buizen is zo groot, dat dit in combinatie met de krapte van de tunnel een ware aanslag is op de bovenbenen. En toch zweeft iets in mij moeiteloos naar beneden.

Ineens zijn we er, in de ondergrondse catacombe die immens groot en hoog blijkt te zijn. Zo hoog, dat het plafond zich niet laat zien. Er hangen wat eenzame peertjes langs de wanden zodat we rond kunnen kijken. De hoeveelheid licht is echter zo bescheiden dat het de ervaring alleen maar mystieker en waardevoller maakt. Het is hier zo leeg dat er volop ruimte is voor wat er ooit was. Er valt objectief misschien niet veel te zien, maar voor mij oneindig veel te voelen. De pure omvang van de ruimte in het hart van de immense piramide is al indrukwekkend. De stukken gesteente waaruit de catacombe is opgebouwd zijn zo groot dat ik er respectvol met mijn vingertoppen langs ga. Onze reisleider vertelt over de piramide en dat de ruimte waar we ons in bevinden zich precies onder de loodlijn van de punt bevindt. Het is hier zo onaangetast: geen fel licht, geen schoongeveegde tunnels en ruimten, geen graffiti op de wanden zoals bij Gizeh. Zo puur als in de transitie van verleden naar heden mogelijk is.

De groep maakt aanstalten om terug naar boven te gaan en ik kijk de reisleider aan. Stilletjes positioneer ik mezelf achteraan de groep en ik blijf bewust een paar stappen achter hen. Hij verdwijnt als laatste in de tunnel en kijkt nog even naar me om met de zacht gesproken woorden: ‘Take your time, I will be waiting upstairs…’ Weg is hij. Daar sta ik dan, alleen in een bouwwerk dat meer dan 4.000 jaar oud is. Waar zoveel historie ligt dat ik niet goed weet waar te beginnen. Maar dit is wat ik wilde, hier een moment alleen zijn.

De magie van hemel en aarde

Rustig zak ik door mijn benen tot ik in kleermakerszit in het mulle zand zit en laat mijn vingertoppen op de zacht zandkorrels rusten. Ik kijk rond en omhoog, verwonderd en geraakt door de bedding die hier zo voelbaar is. Hoog boven me hoor ik mijn reisgenoten kletsen en klagen over de fysieke inspanning van de terugtocht. Dan daalt een beladen stilte daalt. Ik sluit m’n ogen, haal een paar keer diep adem en voel me in mijn lichaam zakken. In en uit, met iedere adem land ik meer in mijn lichaam. Ik merk op dat het hier niet stil is, ik voel een trekkende tocht en hoor wind loeien.

Ik richt mijn aandacht op m’n stuitje en maak zachtjes verbinding met de aarde. Een goudkleurige draad ontvouwt zich vanuit mijn staartbeen naar de diepte van de aarde. Ik tast liefdevol naar de verbinding en voel rust over me heen komen. Mijn lichaam wordt alsmaar zwaarder, ik lijk weg te zakken in het zand onder me. Ik roep aarde-energie op en laat deze via mijn chakra’s naar boven stromen. Dan maak ik de verbinding met het universum en visualiseer ik de gouden draad die via mijn ruggengraat naar boven reikt. Steeds hoger, door het plafond van deze catacombe, door de reusachtige stenen van de piramide en diens punt naar het universum en al dat is.

Ik hoef er geen enkele moeite voor te doen, het stroomt hier vanzelf. Door lucht en tijd reis ik verder dan mijn denken kan bevatten. Langs sterren en planeten, voorbij het heelal dat wij kennen naar sterrenstelsels en kristalplaneten die zich uitnodigend voor me openstellen. Die me welkom heten en me wentelen in hun energie. Oplichtende violetkleurige kristallen verschijnen op mijn voorhoofd, handpalmen en voeten tot ik als een ster door de ruimte zweef.

Daar blijf ik een poosje, totdat ik voel dat het moment daar is om terug te keren. De magie van deze oeroude energie reist met me mee als ik adem voor adem terugkeer naar de aarde en naar mijn lichaam in de diepte van de piramide. De aarde-energie vermengt zich in m’n zonnevlecht met de kristalenergie uit het universum. De kleuren die ontstaan zijn niet te beschrijven, het zou ze geen recht toe doen. Er zitten kleuren bij die we hier nog niet kennen. Ik adem een paar keer dieper door en laat de kleuren door en om me heen stromen.

Mijn ogen gaan open en als ik opsta voel ik mijn verbinding met beneden en boven. Na een buiging te hebben gemaakt naar deze ruimte, loop ik met gevulde stappen naar de tunnel en beklim ik de steile trap terug naar het daglicht. Vanuit de diepte onder mij fluit de wind en ik krijg een liefdevol duwtje in mijn rug als ik de tunnel verlaat. De rest van de groep is al beneden, maar de reisleider heeft op me gewacht. Hij zit op een rotsblok naast de ingang van de tunnel. ‘I can see you have found what you were looking for,’ zegt hij bij het zien van mijn brede glimlach.

Deze ervaring is goud waard, ik ben dankbaar.

Alle windrichtingen

Als ik onderaan de trap ben, besluit ik rond de piramide te lopen. De anderen zitten in kleine groepjes te picknicken, maar na de ervaring van zojuist heb ik nog geen trek. Ik voel me high en grinnik als ik me afvraag of dat van de meditatie komt of van de penetrante ammoniak-lucht die zich nog altijd in mijn neusgaten bevindt. Hoe dan ook, ik wil eerbewijzen aan deze krachtplek en struin de grond af op zoek naar kiezels. Ik kies er vier uit en laat ze door mijn hand rollen terwijl ik naar de oostkant van de piramide loop. Ik klim daar een paar meter omhoog en leg de eerste kiezel met een intentie op de wand van de piramide. Als dank voor wat ik mee heb gekregen, leg ik een stukje van mijn eigen energie in de kiezel voor ik weer naar beneden klim. Dit ritueel herhaal ik aan alle zijden van de piramide, voor ik me bij de groep voeg. Eén van de dames vraagt waar ik ben geweest. Ik voel een glimlach uit mijn hart opstijgen als ik haar antwoord: ‘Overal…’  

Wil je meer lezen over magie? Bezoek dan de website van mijn epic fantasy serie Het Boek van Efra.

Deze mijmering is tevens geplaatst op het blogplatform Blogzinnig.

Posted in: Blog