Posted by on 23 december 2020

Tot alles veranderde

Het plan was zo simpel: een date, een one night stand om weer in het zadel te klimmen en dan door met mijn leven. Tot in de puntjes toe geregeld door mijn beste vriendin Eef, die ik inmiddels al meer dan twintig jaar ken. Ze kwam op een avond langs met het in haar ogen ultieme recept voor mijn kluizenaarsbestaan. Voor de volledigheid: zo labelt zij het, ik niet.

Voor ik het wist, waren we twee flessen wijn verder, was ik een online datingprofiel rijker en had ze uit mijn naam meerdere heren blijk gegeven van mijn interesse. Ik had met opgetrokken wenkbrauw toegekeken, maar omdat ik als geen ander weet hoe vasthoudend ze kan zijn, liet ik haar haar plan uitrollen. Ik keek over haar schouder mee aan wie ze links en rechts hartjes uitdeelde en kreunde van frustratie toen ik zag dat ze vooral het type ‘foute man’ aan het belegeren was.

De dagen erna stroomden de reacties binnen: van dubbelzinnige berichtjes tot ronduit choquerende foto’s. Ik dumpte ze in de digitale prullenbak en stond op het punt mijn profiel te verwijderen. Ik geloofde niet in digitale liefde en had genoeg bewijzen verzameld om Eef te overtuigen. Ik speurde de app af naar de knop waarmee ik met een snelle klik mijn profiel kon deleten en besloot voor de zekerheid nog een laatste ronde door de etalage te maken. Na een paar minuten wilde ik de moed opgeven toen híj ineens op mijn scherm voorbijkwam.

Felgroene ogen, donker springend haar, scherpe kaaklijn en dan die lach die van het scherm afspatte. Ik was verkocht. Binnen enkele seconden had ik zijn profiel verslonden en had mijn hart een upgrade gekregen en zich in mijn keel genesteld. Met trillende vingers drukte ik op de knop om mijn interesse kenbaar te maken en vervolgens deed ik geen oog dicht. Nooit eerder had ik zo op een onbekende gereageerd, ik kon aan niets anders meer denken. Ik besloot het niet aan Eef te vertellen, ze had me voor gek verklaard of was volledig in haar nopjes met het effect van haar meesterlijke plan. Ze zou me er genadeloos mee plagen, vooral gezien mijn scepsis ten aanzien van haar plan. Ik was totaal niet het type om zo snel onder de indruk te zijn van een volslagen vreemde. Toch was het zo…

De volgende dag kwam ik net uit een vergadering toen ‘hij’ reageerde en na wat berichtjes over en weer spraken we voor diezelfde avond af. Ik was naar huis gesneld om me om te kleden en was buiten adem bij het restaurant aangekomen. Hij was er al en zodra onze blikken elkaar ontmoetten, wist ik dat ik officieel verloren was. Dat bleek wederzijds te zijn.

Een eerste drankje was genoeg geweest om de maaltijd over te slaan en naar mijn appartement te rijden. We waren amper binnen geweest of we waren bovenop elkaar gedoken en die nacht… ik kon er nog steeds niet bij. Nog nooit was ik zo vrij en ongeremd geweest, had ik me zo kunnen overgeven. Hij was gepassioneerd en teder. Focuste volledig op mij, had me vastgehouden en met me geknuffeld. We hadden gelachen en waren in elkaars armen in slaap gevallen alsof het nooit anders was geweest.

Hij was vroeg in de ochtend opgestaan, had me een kus gegeven en was vertrokken. Op zakenreis, zei hij. Zodra de voordeur achter hem dicht was gevallen, had ik gedacht dat het daarbij zou blijven.

Rond lunchtijd had ik Eef bijgepraat en ze had er zo van gesmuld dat ze niet had gezien dat ik worstelde met mijn gevoelens. Ik had wat lusteloos naar mijn caesar salade gekeken en zij had, zoals altijd als ze dacht dat ik het niet door had, de croutons eruit gevist. Ze was vooral praktisch geweest door te benoemen dat mijn boeltje nu eindelijk was afgestoft en dat ik verder moest gaan met daten. Terwijl zij door bleef praten, herbeleefde ik in stilte de meest geweldige nacht van mijn leven en wist ik dat ik hem niet los wilde laten. Een enkele nacht was niet genoeg.

Eef viel stil toen ze me goed bekeek en zag dat ik niet in was voor haar advies om het bij één keer te laten. Haar reactie was typisch Eef: ‘Schat, don’t go there. Voor hetzelfde geld zei hij dat hij op zakenreis ging om je aan het lijntje te houden en is hij na die onvergetelijke nacht gewoon teruggegaan naar zijn vrouw en kinderen. Let it go and move on!’

Toen hij die middag liet weten dat hij op het vliegveld was en klaar om te boarden, had ik een neutraal berichtje teruggestuurd en niet verwacht dat we de dagen erna veelvuldig contact zouden hebben. Ik durfde ervan te genieten en telde de dagen af tot we elkaar weer konden zien. In de hoop dat het niet bij één nacht zou blijven.

Tot alles veranderde… tot de wereld veranderde.

Het is enkele weken later, maart 2020.

De televisie verlicht de woonkamer en tientallen kleuren dansen over de muren van mijn appartement. De film die ik inmiddels tientallen keren heb gezien, heeft mijn interesse allang verloren. Mijn aandacht is ver weg, om precies te zijn meer dan duizend kilometer ver. Ik schud mijn wollen deken van me af, sta op en loop sloffend naar de keuken. Mijn te grote joggingbroek hangt op m’n heupen en de groene slobbertrui heeft betere tijden gekend. Het is een bende op het aanrecht. Vandaag was geen beste dag, ik heb geen zin gehad om m’n huis op te ruimen of om te koken. Ik heb een twee dagen oude portie spaghetti opgewarmd, er een flinke dosis kaas overheen gegooid en het met lange tanden naar binnen gewerkt. Gemis vult mijn hele lichaam op, er is geen ruimte voor iets anders.

Ik buig me over de stapel vuile vaat heen en kijk naar buiten. De straat is stil en verlaten. Geen uitgaande jongeren, geen rammelende trams, alleen maar leegte en stilte. Op de hoek zie ik mijn oudere bovenbuurman met zijn hondje lopen. Het beestje moet er natuurlijk uit, dat is de enige reden dat de man zijn woning zou verlaten. Zonder enig besef van de zwaarte van de situatie dartelt het dier enthousiast voor hem uit, genietend van het blokje om.

Er gaat een rilling door me heen. De verlatenheid van de straat komt zodanig binnen dat ik de jaloezieën dicht draai en me weer op de bank laat ploffen.

Zijn armen… als ik mijn ogen sluit kan ik me nog altijd herinneren hoe sterk en teder ze voelden toen ze me tegen zijn borst hadden gedrukt. Hoe begeerd ik me daardoor voelde, hoe veilig.

Ik schud mijn hoofd en besluit Eef een berichtje te sturen.

Hi, ook aan het zwelgen op de bank?

Ik houd mijn telefoon nog even vast, ervan overtuigd dat ik snel een reactie krijg. Maar het blijft stil en ik leg hem weg.

De film staat nog steeds aan en ik doe mijn best de verhaallijn op te pakken. Held, heldin, rampscenario, hij redt haar op heroïsche wijze en voilà: eeuwige liefde.

Getver, uit dat ding. Ik schuif de afstandsbediening opzij en leun lusteloos achterover in de kussens.

Ping!

Ik open de foto die ze me gestuurd heeft. Innig verstrengeld op de bank met haar lief, samen een film kijkend.

Ik zie dat ze aan het typen is en wacht haar berichtje af.

Quality time hier!

Ja, dat zie ik. Tot mijn schaamte voel ik een kille zweem van jaloezie en eenzaamheid door me heen gaan en voordat ik er te veel in wegzak, typ ik terug dat ze ervan moet genieten en dat ik vroeg naar bed ga.

Ping!

Ik kan het niet laten en kijk naar haar laatste bericht: Geen online date vanavond?

Een glimlach breekt door op mijn gezicht als ik haar een knipogende smiley terugstuur. Ze moest eens weten dat ik de afgelopen twee weken alleen maar verliefder ben geworden. En dat allemaal via het internet.

Sinds twee weken staat de wereld op zijn kop. Wat enkele maanden geleden is begonnen als een onheilspellende situatie aan de andere kant van de wereld, heeft zich ontwikkeld tot een dreiging die het leven nagenoeg tot stilstand heeft gebracht. Voor de zoveelste avond zit ik alleen op de bank, pogend nieuwsuitzendingen en doemberichten te vermijden. Denkend aan alle mensen die door het virus getroffen zijn, aan hen die vechten voor hun leven. Hopend dat dit onzichtbare onheil als een pluisje op de wind wordt weggedragen om niet meer terug te keren. Duimend dat ik morgen wakker word en mijn leven weer kan oppakken. Dat ik hem van het vliegveld kan halen en in mijn armen trekken.

Onmiddellijk word ik overvallen door de herinnering van zijn lichaam boven het mijne, zijn sterke handen die mijn buik streelden, zijn mond in mijn hals…

Ik slaak een zucht van frustratie en besluit de keuken op te ruimen om daarna naar bed te gaan.

Eenmaal in bed bekruipt de stilte me. Tot ik plots een ping hoor en het scherm van mijn telefoon de slaapkamer verlicht.

Ben je nog wakker?

Ik zit gelijk rechtop in bed en laat van schrik de telefoon uit m’n handen glippen. Ik weet hem weer te pakken en open het bericht. Of ik wakker ben… ja, hij heeft me in die ene nacht doen ontwaken uit een lange winterslaap die alleen maar bestond uit werk. Waardoor ik me nu nog meer geïsoleerd voel en smacht naar deze momenten samen.

Mijn vingers hangen boven het toetsenbord.

Hij typt: Please, wees wakker…

Shit…

Ik begin te typen: Ja, ik ben wakker!

We blijven allebei stil.

Dan zie ik dat hij videobelt.

Ik strijk een lok haar achter mijn oor en knip een lampje aan.

Mijn telefoon maakt verbinding en daar is hij: zijn groene ogen staan vermoeid in zijn smalle gezicht, zijn donkere haren in de war alsof hij er telkens met zijn handen doorheen gaat.

‘Hi…’ zeg ik zachtjes terwijl ik zijn beeld in me opneem. Genietend van de krachtige lijn van zijn kaak en de scherpe blik die mij net zo gulzig opneemt.

Hij trekt een mondhoek omhoog en zucht: ‘Hoi…’

‘Hoe gaat het daar?’

‘Ik kan het je niet vertellen, wel laten horen,’ zegt hij en ik zie dat hij opstaat en naar het raam loopt. Het is donker in zijn hotelkamer en ik hoor zijn rustige ademhaling. Gelukkig geen hoest te bekennen.

Het is donker in de hotelkamer waarin hij nu al twee weken opgesloten zit. Hij opent de balkondeuren en draait zijn telefoon zodat ik mee kan kijken. Het duurt even voor ik besef wat ik zie en hoor.

Een typisch Italiaanse smalle straat met hoge gebouwen, tientallen balkons waar mensen op staan.

Ze zingen…

Ik hoor in de verte een piano en viool die de vele stemmen begeleiden.

‘Kun je het horen?’ vraagt Rutger met dikke stem.

Ik knik en ontroerd leg ik mijn hand op mijn hart.

Zo luisteren we samen: hij in noord-Italië, ik helemaal hier en toch voelt het dichtbij. De samenzang verweeft alle eenzame zielen en zorgt ervoor dat afstand betrekkelijk wordt. Ik hoor mensen roepen, huilen en meezingen. Ze steunen elkaar, zingen de zieken moed in en iedere noot daalt als een stukje troost neer op de wereld. Verschillen worden omarmd en emotionele druk wordt verdeeld zodat die beter te dragen is.

Na enige tijd wordt het ook bij hem stil en sluit hij de balkondeuren. Hij gaat op zijn bed liggen en draait het beeld terug. We kijken een tijdje naar elkaar, allebei om woorden verlegen. Er valt niet veel te zeggen, gevoel overheerst en zegt genoeg. Ik nestel me onder mijn dekbed en zet m’n telefoon tegen het kussen naast me zodat we elkaar kunnen blijven zien. Hij doet hetzelfde en gaat op zijn zij liggen met zijn hand onder zijn hoofd.

‘Ik mis je…’ zeg ik zacht.

Hij sluit zijn ogen even en glimlacht.

‘Gaat het met je?’ vraagt hij bezorgd. ‘Voel je je goed?’

Tranen springen in mijn ogen als ik fluister: ‘Nu wel… en jij?’

Hij knikt en zijn ogen stralen me tegemoet: ‘Nu wel…’

Die nacht blijven we in verbinding. We vallen met onze telefoons aan in slaap in de hoop dat we wakker worden en dat het allemaal een nare droom is geweest.

***

Posted in: Kort verhaal

Reacties

  1. Anna Touw-Smit
    24 december 2020

    Wauw, wat een prachtig verhaal.
    Er zijn delen in het verhaal die heel herkenbaar zijn. Happy live.

Laat een reactie achter


*